Lofoten en Vesteralen 2014

Heimwee

 

3 juni 2014

Als kind had ik altijd al last van heimwee. Zo erg dat ik bij nacht en ontij achterop de fiets of brommer naar huis moest worden gebracht.  Blijven was geen optie en werd ik er toch toe verplicht dan kotste ik de hele boel wel onder. Naar huis zou ik……

Nu heb ik ook al een aantal jaren heimwee alleen wel een ander soort dan vroeger. Nu wil ik namelijk niet naar huis maar juist van huis en ook nog heel ver ook. Naar het hoge noorden; Noord-Noorwegen! In 2008 verliefd geworden op de mooie luchten, de frisse lucht, de vergezichten en de fantastische ervaring met de middernachtzon. Toen hadden we maar iets meer dan één week om van Zutphen naar Bodo heen en weer te rijden en een bruiloft mee te maken, maar dat was meer dan genoeg! Drie jaar geleden met de camper in ongeveer 5 weken naar de noordelijkste punt op het Europese vasteland gereden. Het meest oostelijke punt van Noorwegen bezocht en aan de Russische grens gestaan. Wat een geweldig land, die ruimte die stilte en weer die middernachtzon. Wat een energie geeft dat. Maar wat een heimwee hou je er aan over.  Dit jaar hebben we weer de tijd (en het geld) om naar Noord-Noorwegen te gaan, niet zo noordelijk als 3  jaar geleden maar toch behoorlijk noordelijk. De planning is om naar de Lofoten en de Vesteralen te gaan. Dus dat wordt weer kilometers vreten om daar de tijd te hebben te genieten van het landschap en de stilte en de rust!

Mijn heimwee wordt weer even gestild, of misschien wel gevoed en wil ik nog meer….. we zullen zien.

Voor nu is het eerst de afstand tussen Zutphen en Bodo te overbruggen en vanaf Bodo met de veerboot naar de Lofoten te varen.

On the road again en ik voel me weer helemaal in mijn element …… want dat is de andere heimwee; rijden met de camper wat een heerlijke bezigheid!

Donderdag 5 juni

Jos had een dag eerder vrij dan in eerste instantie de bedoeling was. Dus we zijn gisterochtend rond 9 uur al vertrokken uit Zutphen. En de weergoden zijn met ons want we hebben de hele dag een stralend zonnetje gehad.

We hebben voor a.s. vrijdag een plek op de boot van Grenaa naar Varberg geboekt. De dag extra willen we rondtoeren in Denemarken. Dus is het woensdag toch kilometers vreten op de ‘autobahn’. We willen sowieso voorbij Hamburg want volgens berichten op camperforum is daar een tunnelbuis afgesloten en geeft dat veel filevorming en vertraging. Gelukkig valt dat ontzettend mee en zijn we rond 4 uur al bij de grens met Denemarken.

Na een kleine tussenstop in Neumunster zoeken we een camperplek bij Flensburg. Voor mij een bekende combi met Padborg; ooit als lokettiste moest ik die grensovergangen uit mijn hoofd kennen. En ze zitten er nog steeds behoorlijk ingeramd.

Uiteindelijk komen we op een mix-parking met vrachtwagens te staan.

Lekker druk, veel lawaai…. Maar wij slapen er heerlijk doorheen.

Vanochtend regende het, eerst zachtjes maar later behoorlijk hard. Op onze eerste tussenstop in Aabenraa worden we dan ook zeiknat. En dat niet alleen het blijkt ook nog eens een nationale feestdag te zijn in Denemarken, de dag van de grondwet. En feesten op zijn Deens betekent dat alle winkels gesloten zijn en er geen feest te bekennen is.

We proberen zoveel mogelijk van de grote wegen af te blijven en rijden via de oostkust stukje bij beetje naar het noorden. Een verrassend stukje Denemarken. Altijd gedacht dat het zo plat is als een dubbeltje, kom je er dan achter dat het daar heuvelachtig en eigenlijk wel mooi is. Dus ondanks de regen is het wel genieten. Het landschap is afwisselend en soms moet ‘the grand old lady’ er behoorlijk aan trekken om de top te halen en dan opeens heb je weer een schitterend uitzicht over de zee (de Kleine Belt).

En als toetje begint de zon te schijnen zodra we in Aarhus aankomen. Dus hebben we daar nog even lekker gewandeld en genoten van de mooie binnenstad.

 

In de jachthaven zijn ook camperplekken dus daar rijden we aan het begin van de avond naar toe. De camper kunnen we zo parkeren dat we uitzicht op zee hebben.


Al met al een leuk dagje Denemarken. 

 

 

Vrijdag 6 juni

 

 Het is vannacht gaan gieten en dat doet het nog steeds. In Nederland start een tropisch, zonnig weekend. In Denemarken het tropische regenseizoen.

We rijden door de stromende regen naar Grenaa, pakken ons waterdicht in en gaan toch even het stadje bekijken. Daar is dit weekend een Beatles-festival. De straten die op het kerkplein uitkomen hebben allemaal een naam uit een Beatlesliedje gekregen. Op Abbeyroad zoeken we tevergeefs naar het zebrapad…… Verder is er ook niets te zien, dus gaan we richting veerboot. Blijkt bij aankomst dat de boot een uur vertraging heeft, heeft een andere boot moeten helpen. Waarmee is ons niet duidelijk, als het maar geen reddingsoperatie was.

 Eenmaal op de boot is het een drukte van jewelste. Schreeuwende, jengelende, hollende kinderen. Ouders er achteraan, bepakt en bezakt met ‘goedkoop’ bier en andere drank.Er is mij weleens verteld dat zo’n overtocht een mooi rustmoment van 4 uur is. Nou laat mij maar rijden. Ik kom doodmoe van boord.

 Zodra we in Zweden zijn (rond half 8) zetten we de turbo aan en gaan we nog even kilometers maken. Tegen 10en stoppen we bij een café met een paar camperplaatsen.

Blijkt achteraf 8 euro te kosten maar daar krijgen we de volgende morgen dan ook versgebakken broodjes voor.

 

 

Zaterdag 7 juni

 

Na het ontbijtje is het weer kilometers maken. In mijn beleving ben je via de oostkust veel sneller in het Noorden maar dat komt denk ik vooral omdat ik Stockholm al noord Zweden vind. Maar als je op de kaart kijkt is dat niet zo. En als je kilometers telt is het uiteraard even ver…..

 Wat wel tegenvalt is de tijd die het kost om met de veerboot te gaan. Via de bruggen kun je gaan wanneer je wil en hoef je niet te wachten tot een bepaalde tijd. We gaan terug wel met dezelfde boot, die is al geboekt, maar ik denk dat we dit net meer weer doen.

 We maken een koffiestop in Saffle. Een stadje, bij ons vooral bekend van een boek van Sjowall en Walloo; De verschrikkelijke man van Saffle. Deze detectiveschrijvers heb ik leren kennen via Jos en zijn familie. Daar werden de boeken over politieagent Martin Beck al verslonden. Ook ik heb ze als een razende gelezen. Jaren later is er een tv-serie van gemaakt.

 Het stadje zelf is niet veel bijzonders. We wandelen even over een art & jazz markt. De jazz moet nog beginnen en de art is vooral nuttige huisvlijt verkocht door meisjes die er uitzien als streng gereformeerd maar die volgens mij ’s avonds de beest gaan uithangen.

Al met al een typisch zweeds, plattelandssfeertje. We drinken koffie bij een konditorei die er ook al knus en kneuter uitziet.

 Op het pleintje staat wel een heel mooi bronzen beeldje dat een erotische inslag heeft. Grappig contrast met de rest.


 Onderweg komen we heel veel oude ‘Amerikanen’ tegen, wel een paar honderd.

Soms rijden ze alleen, soms in colonne  of ze staan op pleintjes te pronken. In Zweden is een hele subcultuur van liefhebbers van deze oldtimers.

En net als de auto’s komt de outfit van de passagiers ook uit de jaren 50/60. Er lopen meiden in petticoats en getoupeerd haar maar je ziet ze ook in strapless jurk vergezeld door een jongen in black tie. Het is Pinksterweekend en blijkbaar het moment om met z’n allen te gaan rijden en elkaar te ontmoeten. Of te loeren naar elkaar want in Mora zien we dat ook gebeuren als twee prachtige auto’s elkaar passeren, er wordt niet gegroet alleen geloerd en beoordeeld.

 Het was onze bedoeling om in Mora te overnachten, daar was altijd een mooie camperplek, randje centrum, aan een meer. Maar dat was zo gewild dat ze er nu een bord hebben neergezet dat er tussen 10  ’s avonds en 10 ’s ochtends geen campers meer mogen staan. Jammer want het is een leuk stadje en we hadden nog wel even willen stadten na het eten.

 We rijden trouwens op de E45 een  weg die loopt van Gotenburg naar Karesuando, de noordelijkste plaats in Zweden aan de grens met Finland. De weg volgt voor een deel de oude handelsroute van Zweden, de Botnische golf, naar de Noordelijke IJszee. De weg loopt dwars door de Zweedse bossen, langs tientallen kleine en grote meren, over bergen en door stadjes en dorpjes. Een weg die bewijst dat  ‘eeuwig zingende bossen’ niet saai zijn maar constant veranderen van uiterlijk.

 Al in de buurt van Saffle komen we borden tegen dat we moeten oppassen voor overstekende elanden. Maar die belofte, we willen er tenslotte wel één zien, is tot nu toe niet ingelost. Een heel stuk na Mora zie ik voor het eerst van mijn leven eindelijk een eland vlak langs de kant van de weg staan. We kunnen niet stoppen maar dat geeft niet; hij is gezien!

 Ondertussen zijn we op zoek naar een overnachtingsplek. We komen langs een paar parkeerplaatsen met voorzieningen maar zijn niet echt enthousiast. En dat is maar goed ook want uiteindelijk komen we bij een droomplekje, aan een snelstromend riviertje iets van de weg af. Wat een idylle….. We zetten de camper op een rotsplateau met uitzicht op de rivier en het geruis van de watervalletjes op de achtergrond.

 

 

 

Zondag 8 juni

 

 Vanmorgen kregen we visite van een Duits stel. Die vonden het plekje zo mooi dat ze er hun ontbijtje wilden nuttigen. Even gebabbeld en wat tips gekregen voor mooie musea onderweg.

 Na wat heen en weer steken weer veilig van onze rotspunt afgekomen. De dag staat verder weer in het teken van rijden, rijden en rijden met af en toe een tussenstop voor koffie, boodschappen en diesel. Onderweg een kraanvogel statig in een ondiep meertje zien staan. Weer geen foto als bewijs want met 70 km/u in de remmen is niet echt wat met een camper.

 Vandaag ook weer eens geoefend met pisterijden, noodgedwongen want over een afstand van 5 km waren ze bezig met het opknappen van de E45. Goeie oefening voor Noorwegen want daar zal het nog wel vaker gebeuren.

Weer een mooie overnachtingsplek gevonden. Een parkeerplaats aan een meertje met picknicktafels en een toiletgebouw. Kunnen we onze toilet gelijk legen……

Door dat meertje wel, voor het eerst, last van muggen.

 

 

Maandag 9 juni (tweede Pinksterdag)

 

 We hebben vanmorgen besloten om te proberen vandaag Bodo te halen. Vanaf daar gaat rond middernacht de veerboot naar het zuidelijkste puntje van de Lofoten. We hebben de hele dag om de 550 km te overbruggen. Dus dat moet kunnen…..

 Maar ook al moeten we doorrijden, we stoppen toch eerst in Vilhelmina bij de konditorei waar we 3 jaar geleden ook zijn geweest.

Na een reis door Noord-Noorwegen waar je al blij bent als je een supermarkt tegenkomt, was dit de eerste goeie banketbakker met ook nog eens zalige chocoladetaart. Die willen we weer, alleen vinden we het te vroeg om er al te gaan zitten, dus nemen we 2 stukjes mee en gaan er onderweg op een mooi plekje van genieten.

 (De foto van 3 jaar geleden volgt nog.... zoek dan de verschillen ;) )

 

Dan is het weer rijden, rijden, rijden met veel uitzicht op bos maar ook op meren en moerasachtig gebied. Het landschap wordt langzaamaan kaler, rauwer. En dus vind ik het steeds mooier worden. In de verte doemen de bergen met besneeuwde ijstoppen op.

Als we eenmaal richting het westen en de Noorse grens rijden, duiken we de bergen in en komt de sneeuw steeds dichterbij. We rijden zelfs langs een nog bevroren meertje. Eenmaal in Noorwegen, als we bij de poolcirkel komen, kunnen we in de sneeuw lopen.

 Je kunt sowieso zien dat de natuur hier later is dan bij ons, overal zie je nog bloesem, fluitenkruid en andere lentebloeiers.  Net zoals de jonge eendjes en zwanen….. die worden later geboren maar zullen sneller hun weg moeten vinden want de herfst is er eerder dan bij ons.

 De verbindingsweg tussen Zweden en Noorwegen is trouwens ook in de revisie; dan is het weer pisterijden, dan is slechts één rijbaan beschikbaar en dan is het weer over de oude weg vol gaten, hobbels en bobbels rijden. In Noorwegen is zelfs de weg helemaal afgesloten en moeten we via de bergpas rijden.

 Op de Poolcirkel, bij Mo I Rana, waar we 6 jaar geleden met de kinderen ook zijn geweest, stoppen we voor een verlate lunch / vroeg diner….. Even bijkomen van een lange zit.

Jammer genoeg hebben ze geen wifi maar dat euvel zijn we nu onderweg al wel vaker tegengekomen. Hopelijk is dat beter op de Lofoten zodat ik de website kan bijhouden en Jos zijn foto’s kan laten zien op Panoramio.

 We zijn rond 8 uur in Bodo en zoeken gelijk de terminal op, kijken of de tijden kloppen en of er nog plek is aan boord. Als we aankomen staan er al heel veel auto’s, campers en vrachtwagens, we hebben ons even niet gerealiseerd dat het Pinksteren is en dus een zondagsdienst. Dit is echter in ons voordeel, de boot vertrekt al om 9 uur en we kunnen nog mee!

 De boot vertrekt keurig op tijd en we varen door een sprookjesachtig gebied van in sluierbewolking gelegen eilandjes. Het is te mistig om Kjerringoy te zien liggen, het schiereiland waar we 6 jaar geleden de bruiloft van een vriend van onze zoon hebben meegemaakt. Dit was onze eerste kennismaking met Noorwegen en we waren gelijk verliefd. Het mystieke licht dat er toen was is er nu weer en met ‘Spiegel im Spiegel’ van Arvo Part in mijn oortjes voel ik mij weer geroerd!


 Zodra we op de Lofoten zijn, rijden we in ‘optocht’ naar de paar bekende camperplekken in de buurt van de haven. We lijken wel een kudde schapen…. Midden in de nacht door 2 kleine dorpjes rijdend en dan allemaal op dezelfde plek gaan staan en slapen. Hopelijk is vanaf morgen de kudde wat verspreid. Jos duikt gelijk het bed in, ik neem nog even een lekker portje en ga mijn verslag bijwerken. Na de invasie van campers is het nu stil buiten, ook de natuur probeert te slapen. Het is alleen nog helemaal licht. En dat is elke keer weer een vervreemdende ervaring.

 Vanaf morgen is het geen kilometersvreten meer maar rustig tuffend en rondkijkend en wandelend over de eilanden gaan.

 

Dinsdag 10 juni

We staan op een grote parkeerplaats bij het dorpje A, de meest zuidelijke punt van de Lofoten waar je nog met de auto kunt komen.

Er zijn nog wel dorpjes verderop maar die zijn alleen met een boot of een helikopter te bereiken. In A begint ook de E10, de doorgaande weg over de Lofoten. Af en toe zijn er zijwegen te nemen maar dat is dan meestal wel heen en weer rijden. Rondjes zijn er niet bij.

Voordat we gaan rijden bezoeken we eerst het oude vissersdorpje. Het is eigenlijk net zoiets als Orvelte, een levend openlucht museum.

Oude vissershuisjes, een paar grotere huizen van de oude landadel en wat Noorse commercie. Beetje kneuterig en halfbakken. Ziet het er wat beter uit dan is de handel van buitenlanders. Hetzelfde zagen we tijdens onze trip voor de bruiloft en de reis naar Noord-Noorwegen. Er huist niet echt een handelsgeest in de Noor zullen we maar zeggen……

Overal in en rondom het dorp (maar later ook op de rest van de Lofoten), zie je rekken met vissen te drogen hangen. Het is het belangrijkste exportproduct van de Lofoten; stokvis. De vis hangt in de buitenlucht, open en bloot, te drogen in de wind. Speciaal voor de  export naar Nigeria worden er ook koppen gedroogd, maar je ziet voornamelijk de ontkopte vissenlijven hangen. Opvallend is trouwens dat de vogels er van afblijven. Of dat alleen zo is nu ze al zover gedroogd zijn, of dat dat ook gebeurt als ze nog vers zijn is ons niet duidelijk. Ze zullen er niet veel van eten want dan zouden er wel netten overheen hangen.


Na onze wandeling door het dorpje gaan we de E10 op. En omdat je hier nog minder kanten op kunt, dan toen in Noord-Noorwegen, zien we regelmatig dezelfde campers weer terug op een parkeerplaats of in een dorpje.

We stoppen in Reine, op de foto’s een schitterend gelegen vissersdorp in de kom van een baai maar nu met dit miezerige weer is het niet veel. We halen er een broodje in de plaatselijke super en rijden weer verder. Onderweg genietend van de mooie uitzichten, kijken we naar links dan zien we de bergen, kijken we naar rechts dan zien we water…… We rijden nu aan de oostkant van de Lofoten, dat bestaat uit heel veel verschillende eilanden en eilandjes.

De meesten zijn met bruggen met elkaar verbonden. Al snel verlaten we dan ook al het eiland waarop we zijn aangekomen. Bij één van de volgende bruggen naar weer een nieuw eiland lunchen we.

We besluiten om naar een camping aan de Noorse zee (onderdeel van de Atlantische Oceaan) te rijden. Dan zitten we aan de westkant van het eiland. De camping in Fredvang ligt pal aan het strand dus we hebben weer ‘a room with a view’!

We voelen ons een beetje ‘gedwongen’ om naar een camping te gaan. De telefoons krijgen we, met die kleine stukjes rijden niet opgeladen en de omvormer gebruiken zonder te rijden is ook niet handig want dat raakt onze huishoudaccu leeg. En als ik nou nog de mobiel alleen voor bellen zou gebruiken zou die niet zo snel leeg zijn. Maar het is ook mijn camera en toegangspoort tot internet. En dat vreet stroom, zelfs met extra batterij en mobiele opladers lukt het niet om ze opgeladen te houden. Maar zien hoe dat de rest van de trip gaat. Zo ziet trouwens ons mobiele oplaadstation er onderweg uit.....

Daarnaast wil Jos ook wel weer een keer douchen en kunnen we gelijk weer water lozen en tappen. De campings zijn trouwens prijzig hier, daar is die niet zo goeie handelsgeest van de Noren wel weer goed in ontwikkeld. Voor elke extra activiteit zoals douchen, keukengebruik en internet moet apart betaald worden.


Dankzij de stroom kunnen we ‘s avonds, na het bijwerken van de websites, lekker van een nieuwe Wallander genieten. Ik ben zo moe dat ik halverwege in slaap val maar zoals gebruikelijk ben ik voor het einde weer wakker en weet dus wel hoe het afloopt….. En het is niet zo raar dat ik slaap heb, het is nog wel licht buiten maar ondertussen al wel 1 uur. Dus na al die dagen rijden hoogste tijd voor een kleine slaapinhaalslag…..

Woensdag 11 juni

We worden wakker met de zon, die door de kieren van de gordijnen schijnt. Het is mooi weer.

Heerlijk, alleen staat er nu wel een forse wind. En dan blijkt weer eens dat we daar met het neerzetten van de camper geen rekening mee hebben gehouden. We letten alleen op het uizicht. De meeste campers staan overdwars (vonden wij al raar…) maar nu blijkt dat zij lekker uit de wind in de zon kunnen zitten en wij niet.

Na het ontbijt gaan we een wandeling maken. Over het strand lukt niet, hebben we gisteravond gezien. Teveel afscheidingen met grote rotsblokken en dat geklauter waag ik me (nu?) nog niet aan. Dus lopen we vanaf de camping naar de weg en dan naar het volgende dorp.

Nou ja dorp…. Meer zoiets als Tonden bij Zutphen, een paar huizen bij elkaar. Voor de echte wandelaars is er een dagtocht, deels via de berg en deels via het strand, naar een dorp nog verderop. Maar ik ben al lang blij dat ik alweer 1,5 uur achterelkaar kan lopen. We genieten ondertussen weer van de mooie vergezichten en  de zon, soms wind mee en soms wind tegen. Langzaamaan zien we onderweg dat vanuit de bergen laaghangende bewolking op komt zetten. Bij terugkomst gaat de zon steeds meer schuil in de mist en na zo’n 2 uur is zelfs het water niet meer te zien.

De wereld wordt klein om ons heen.

 

Tijdens ons avondwandelingetje toch wat meer geklommen en geklauterd op het strand. Met wat kunst- en vliegwerk lukte het om andere strandjes te bereiken.

Toen we een heuvel beklommen, om vanaf daar de camping te zien liggen, werden we aangevallen door een meeuw. We kwamen te dichtbij het nest. Dus moest ik al bukkend en hobbelend de heuvel in vliegende vaart weer af zien te komen. Van een afstand zal het een mooi gezicht zijn geweest. Maar echt leuk is anders.

 

Vanavond verse afbakbroodjes gegeten (klinkt trouwens raar verse afbakbroodjes, die zijn per definitie niet vers…..) Op onze reis naar Noord-Noorwegen moesten we regelmatig oud brood, knäckebröd of een soort lang houdbaar zacht knäckebröd eten omdat er geen vers brood in de winkels te krijgen was. Dus hadden we er al eens aan zitten denken om een gasoventje in de camper te (laten) inbouwen. Maar dat vonden we wel heel erg decadent. Toen we daarover aan de praat kwamen met Thole en Everdien, vrienden van ons die al jaren aan langeduur camperen doen, kwamen zij met de tip om van twee koekenpannen en alufolie een oventje te maken. Dus hebben wij bij de Lidl verschillende soorten afbakbroodjes ingeslagen voor als de nood aan de man is. En vanavond was het zover. We hebben heerlijk gedineerd met kaiserbrötchen en omelet. Wat een luxe…..

 

We hebben trouwens nog meer luxe in de camper aangebracht. Kamerbreed, hoogpolig tapijt. Nooit meer met je blote voeten op het koude zeil. En een kleine aanpassing, een klokje op het dashboard. Want onze grand old lady stamt nog uit de tijd dat dat er niet inzat. En aangezien ik geen horloge draag en de Garmin of een klok of de afstand in km laat zien, moest ik elke keer aan Jos vragen hoe laat het is. Geen grote moeite maar zelf kijken is toch prettiger.

 

Een persoonlijke, nieuwe luxe is trouwens mijn brillekoord. Als ik iets moet lezen, of als ik een foto maak, moet ik mijn bril afzetten. Thuis loop ik dan al het risico dat ik er iets anders bovenop leg maar onderweg moet ik hem half vasthouden, in mijn jas stoppen of nog onhandiger trucjes uithalen. Met zo’n koordje hoef ik hem alleen maar van mijn neus te halen en het ding blijft hangen. Wat een gemak. Ik lijk volgens Jos alleen nu wel op een schooljuf, maar dat vond hij volgens mij altijd al, alleen kan hij het nu hardop zeggen ;).

 

Jos heeft trouwens ook sinds deze vakantie een gemaksdingetje…. Een e-reader. Hij vind het heerlijk om in/mee (?) te lezen. En voorlopig kan hij putten uit mijn bieb van meer dan 8000 boeken, dus die hoeft zich niet te vervelen deze vakantie.

 

En de dagsluiter vandaag komt van Jos met de mooie oneliner ‘de zon die maar niet onder wil’. Alsof je de titel van een Scandinavische detective leest. Bijgeleverd de foto die Jos van die zon maakte om half 12 vanavond.

 

 

Donderdag 12 juni

Vannacht om half 2 werd ik wakker, de zon scheen volop naar binnen. Snel de pyjama aangetrokken en toen op Jos z’n klompen naar buiten om te genieten en een paar foto’s te maken.

Eigenlijk had ik wel wat langer willen blijven kijken maar slapen was ook nodig. Dus toch maar weer naar bed.  ’s Morgens is van de mooie zon niets meer te bekennen. Het is zwaar bewolkt, koud en het stormt. Dik ingepakt tappen we vers water en legen de vuil watertank… op naar de volgende pitstop.

We gaan eerst naar Nusfjord, een oud vissersdorpje. Maar dat hebben ze in z’n geheel tot museum gebombardeerd, inclusief entreekosten. Aangezien het één van de vele vissersdorpjes in deze stijl is, vinden we het niet nodig om er geld voor uit te geven.

We genieten ondertussen niet minder van de route er naar toe.


De volgende stop is Leknes, voor Lofootse begrippen een echte stad met allerlei voorzieningen waaronder een supermarkt. Als we richting de supermarkt lopen realiseren we ons dat we allebei de sleutels in de camper hebben laten liggen en de deur met de knip op slot hebben gedaan. Hoe stom kun je zijn!!!! Via een jongen van de bandenservice krijgen we een telefoonnummer van iemand die ons waarschijnlijk wel kan helpen. Na ongeveer een uurtje komt er een ‘mannetje’ aanrijden en na heel veel gedoe en gehannes lukt het hem uiteindelijk om één van de palletjes naar beneden te duwen en de deur open te krijgen. Gelukkig is het opgelost zonder schade aan de sloten.

We kunnen eindelijk boodschappen gaan doen in de plaatselijke COOP. Die heeft hier duidelijk een streekfunctie, het is een echte supermarkt met alles erop en eraan. En we vallen met de neus in de slagroomtaart, want die delen ze, met koffie, uit. Dit om de goede relatie met de klanten te vieren.

Vanaf Leknes maken we een rondje over het eiland Vestvagoy. Eerst langs de oostkust naar het Noorden en dan via de westkust weer terug naar Leknes. Vanaf daar moeten we dan kiezen welke route we nog een keer nemen om naar het volgende eiland te gaan.

In Mortsund, dichtbij Leknes, lunchen we buiten in het zonnetje, het weer is even helemaal omgeslagen. We zetten de stoeltjes buiten, aan de waterkant, tegen de muur van een oud bedrijfje. Heerlijk dat is genieten.


Door al het gedoe met de sleutels is het ook tijd om een plekje voor de nacht te zoeken. We komen uiteindelijk terecht bij het Rolvsfjord. Daar vinden we een eindje van de weg een vlak stukje waar we prima op kunnen staan, met uitzicht op het fjord.

Alleen jammer dat het weer weer omslaat; het gaat weer stormen en we schudden lekker heen en weer.

Vrijdag 13 juni

Het heeft de hele nacht gestormd, de camper kraakte in zijn voegen. Het waait nu nog steeds behoorlijk en er valt een miezerige regen. We vertrekken dan ook na het ontbijt, lopen is nog steeds voor de lol, dus dat doen we nu niet.

De weg slingert langs de oostkust vlak langs het water, met uitzicht op rotsachtige en moerasachtige stranden. Het is een mooie tocht. Na zo’n 20 km komen we weer bij de E10 en gaan we weer richting Leknes. Na een paar kilometer slaan we af richting oceaan, de weg komt een eindje verderop weer op de E10 uit, maar is een mooie route met vergezichten over de oceaan.

De volgende afslag, die we nemen, is een ‘heen en weertje’. We rijden naar Eggum, daar mag je aan het einde van het dorp, aan de rand van een natuurreservaat overnachten. Het is weer  ‘a room  with a view’. De zon schijnt en we kijken uit over de oceaan.


Op de Lofoten staan her en der kunstwerken, gisteren op weg naar Nusfjord de eerste gezien. In het natuurreservaat staat de tweede. Het is ongeveer een kilometer lopen vanaf waar wij staan met de camper. Het bestaat uit een granieten en ijzeren hoofd en bij elke stap die je zet verandert het. Soms staat het zelfs op de kop, fascinerend.


We lopen nog een stuk verder het reservaat in, het pad slingert hoog langs de kust.

Het is een heerlijke wandeling met dan weer de zon in je gezicht en dan weer op de rug.

The room with a view wordt trouwens in de loop van de middag enigszins verpest door een stel dat een tentje voor onze neus neerzet. En we dachten nog wel dat er niemand meer voor ons kon staan…. Begrijpelijk is het wel, zoveel gras is er niet om met een tentje te staan, mar jammer is het wel. En enigszins haatdragend hoop ik dat zij morgenochtend nog zullen slapen als ik de camper start; zo’n oude diesel moet altijd even ronken en razen…….

 In het cafeetje, dat ook de penningen voor de staanplaatsen int, is internet. Ze hebben ook stroom dus Jos verschanst zich er eerst om zowel de laptop op te laden als de foto’s op Panoramio te zetten. Ik ga eerst mijn verslag op papier bijwerken. Het blijkt ook dat de dame van het cafeetje het niet zo leuk vindt dat we daar zo lang zitten maar goed we nemen af en toe een consumptie dus echt klagen kan ze niet. Als ik mijn website bijna helemaal heb bijgewerkt klik ik een verkeerde pagina weg en kan ik weer overnieuw beginnen. Niet iets om vrolijk van te worden. En nog erger…. Als ik weer bijna klaar ben valt internet uit. Ik verdenk de dame achter de balie er van dat ze de router gewoon heeft uitgezet. Zo krijg je ons wel weg. Grrr (Gelukkig heb ik tussentijds nu wel af en toe de boel opgeslagen). Bij een volgende stop met internet maar weer verder gaan met de site.

De plek waar we nu staan, met een vrij uitzicht over de oceaan, is populair om naar de middernachtzon te kijken. Dat is ook de merken, aan het begin van de avond stroomt het vol met campers en auto’s. En al ver voor twaalven zie je, vooral, mannen onrustig heen en weer lopen met camera’s en statief. Want iedereen wil het mooiste plekje met het beste uitzicht op de zon. Wij zitten ondertussen heerlijk in de cabine met uitzicht op zee, wijntje, thee, koffie, koekjes en nootjes en de verrekijker in de aanslag om eventueel langs zwemmende walvissen te kunnen spotten.

En na heel lang wachten ziet Jos vlak onder de kust een orka met zijn snuit omhoog boven water komen. Na nog een keer z’n rug te laten zien verdwijnt ie weer onder water. Maar hij is gespot! Wat blijft het toch elke keer weer een blijmakend moment om zo’n beest te zien.

Dan is het wachten op 12 uur. Het lijkt op oudejaarsavond maar heeft ook iets van een heilig ritueel. Het blijft blijkbaar voor de meeste mensen toch een speciale aantrekkingskracht hebben om de zon ’s nachts te zien schijnen. Rond half 12 staat iedereen al op z’n post.

Het is alleen jammer dat er toch steeds meer wolken aan de horizon verschijnen…. Dat wordt geen helder zicht op de zon. Maar gelukkig blijven er voorlopig nog genoeg gaten in het wolkendek om hem daar af en toe tussendoor te zien. De zon zakt en zakt maar blijft keurig boven de horizon hangen.

Door de wolken zien we hem niet echt over de horizon schuiven, je ziet het alleen aan de verlichting van de hemel.

Terwijl iedereen nog idolaat naar de zon kijkt en foto’s maakt, roept iemand opeens ‘Orka’s’…… Weg belangstelling voor de zon. Alle aandacht is nu alleen nog maar gericht op het water en het volgen van vinnen, staarten en lijven. Maar oh wat is het weer mooi (je krijgt er nooit genoeg van). Ze zijn in ieder geval met z’n drietjes en zwemmen heel sierlijk onder langs de kust. Iedereen probeert zolang mogelijk mee te lopen maar dan verdwijnen achter de rotsen.

(De foto's van de orka's zijn gemaakt door Jos, met mijn toestel zou je ze helemaal niet zien!)

Het spektakel is voorbij. Dan pas merken we ook hoe koud het is geworden en gaan allemaal snel terug naar de camper. We nemen een lekker theetje om op te warmen en zitten in de cabine nog even na te praten als er een mevrouw aanklopt en aan Jos vraagt of hij al weet dat ‘WE’ gewonnen hebben met 5-1 van Spanje. Nu kan de avond helemaal niet meer stuk (haha).

Zaterdag 14 juni

Vannacht is het weer weer helemaal omgeslagen, het is zwaarbewolkt en er is een ijskoude wind. Wat hebben we gisteravond mazzel gehad met het weer! We gaan weer verder met ons rondje Vestvagoya, rijden de E10 af met af een toe een ‘heen en weertje’ naar de oceaan. In Leknes doen we weer boodschappen bij de Coop  (vergeten onze sleutels dit keer niet)  en rijden dan de E10 weer omhoog, Op naar een volgend eiland.

We rijden naar Henningsvaer, een vissersdorpje of havenstadje (grappig dat je het in het ene geval een dorpje noemt en in het andere geval een stadje) aan de oostkust. De weg er naartoe kronkelt zich langs een fjord waar allemaal rotsen en kleine eilandjes liggen. Wat een sprookjeswereld. Wat dat betreft wordt het wel eentonig, je raakt er haast aan gewend.

Het is een leuk stadje waar we terecht komen met aan het begin van het dorp een grote parkeerplaats waar je gratis kunt overnachten.

Het stadje zelf is ook gebouwd op verschillende eilandjes, met elkaar verbonden door bruggen. Het is wel toeristisch maar ademt een heel ontspannen sfeer. Er zijn verschillende galeries van plaatselijke kunstenaars, de één met foto’s en de ander met keramiek en glas. Er staan mooie spullen bij.

Er is ook een museum voor moderne kunst en is gevestigd in een oude kaviaarfabriek.

 Alleen al daarom de moeite van het bekijken waard. Maar het is al bijna sluitingstijd, we nemen ons voor om morgen te gaan kijken. Even wat anders dan al die indrukken van de natuur…..

We drinken koffie in een cafeetje dat blijkt de ontmoetingsplek te zijn voor klimmend Lofoten. Het is een echt gezellige kroeg, dat zijn we nog niet tegengekomen.

Zondag 15 juni

Vanmorgen naar het museum KAVI FAC ORY (of te wel de voormalige kaviaarfabriek) geweest. Er was een tentoonstelling van internationale kunstenaars over mensenrechten en één van 2 Noorse kunstenaars. Vooral die van de Noorse kunstenaars was erg mooi, met bijzondere kunstobjecten gemaakt van makreelblikjes en foto’s van nakomelingen van Noorse emigranten in Amerika.

Op de internationale tentoonstelling was onder andere werk van Ai Weiwei te zien.

Maar wat bij mij vooral indruk maakte was een video van de Iraanse Shirin Neshat.

Zij woont en werkt in Marokko, en maakt vooral werk over vrouwenrechten.

 


Heerlijk om na al die natuur-indrukken weer eens op een andere manier getriggerd te worden. En soms is het dan ook leuk om met het gebouw te spelen.....


De terugweg langs het fjord hebben we een aantal fotomomenten ingelast…. Weer genieten.


Daarna weer de E10 genomen en naar het stadje Kabelvag gereden, was ook leuk om door heen te wandelen.

Het was de bedoeling om daarna nog naar Svolvaer te gaan maar al doorrijdende sprak ons dat niet echt aan dus zijn we doorgereden. Op naar een plek richting westelijke kust. Onderweg besloten om een camping te nemen zodat Jos voldoende stroom heeft zijn foto’s op de computer te zetten en te bewerken. En met een beetje mazzel hebben ze internet en kunnen we ook gelijk de websites bijwerken.

 

Maandag 16 juni

 

Gisteravond in de TV-kamer annex computerruimte de website met heel veel pijn en moeite bijgewerkt. Het router liep de hele tijd vast. Ondertussen zaten er mensen naar het voetbal te kijken. Maar gezellig was anders, zelfs bij binnenkomst werd niets gezegd……

 

Vanmorgen weer lekker achter het stuur en door het Noorse landschap gereden en genoten van de mooie uitzichten. Dan weer een stuk aan de oceaan, dan weer uitzicht over een fjord of door bossen gereden. Het lijkt eentonig te worden en soms moet je oppassen dat je het niet ‘normaal’ gaat vinden maar onze mond hangt nog regelmatig open van verwondering.  We zijn in de loop van de dag met een veerboot overgestoken naar de Vesteralen.

Een groep eilanden die altijd in één adem wordt genoemd met de Lofoten. De natuur gaat op dezelfde wijze verder, het is er alleen wat rustiger. Niet dat de Lofoten nu al zo druk zijn, maar wat ons betreft al druk genoeg. Dat is toch echt een groot verschil met nog noordelijker gaan, want wat is het daar rustig, dat mis ik wel een beetje. Maar goed hier valt genoeg te genieten dus geen klagen hoor.

Waar we af en toe wel over klagen, als echte Nederlanders, is het weer. Mijn god je bent al blij als het droog is, met de zon euforisch, maar over het algemeen zwaar bewolkt, regen en storm.

 

Maar dan kom je weer op zo’n mooi plekje bij de oceaan (Hovden) en dan is je dag weer goed, in de duinen met uitzicht op het water maar wel in de luwte….

En dan zie je ineens een zeearend vlakbij op een rots zitten. Wat een pracht. ’s Avonds maken we nog een wandelingetje door het gehucht, even benen strekken. Maar onderweg worden we aangevallen door Noorse sternen, die broeden vlak langs de weg en willen ons niet in de buurt hebben.

 

En dan, dan doet de camera van Jos het niet meer!!!! Het is zelfs zo erg dat Jos niet eens vloekt. Wat hij ook probeert, aan/uit, batterij er uit, andere batterij er in, resetten, niets helpt het kreng blijft hangen, geeft error en maakt geen foto’s. Een kleine ramp voor Jos.

 

Dinsdag 17 juni

 

Onverwacht lekker uitgeslapen, het is vakantie, we hebben de tijd aan onszelf, maar toch vreemd om pas om 11 uur wakker te worden. En wat blijkt, zo’n lange nachtrust heeft de camera ook goed gedaan!!! Hij doet het weer. Vreemd…..

 

Jos gaat nog even terug naar de Sternen om te proberen er wat foto’s van te maken. Dat lukt en als we ’s avonds op de computer kijken, zijn er ook een paar mooie, scherpe bij.

 

En dan is het weer rijden, voor eerst nog een wandeling is het veel te slecht. Dan maar hoog en droog achter het stuur en door de regen en nevel genieten van het uitzicht. We maken een rondje over het eiland Langoya.  Rijden langs de oceaan, langs fjorden en dwars over het eiland. Het is en blijft mooi.

In Vinje staat weer een kunstwerk in het kader van de kunstroute van Nordland. Het heet ‘Man van de zee’ en is van Kjell Erik Killi Olsen. De man kijkt vanaf een heuvel op de zuidelijke punt van Langoya uit over de Noorse zee (oceaan). Hij staat er zo ferm en fier, ziet er zowel stevig als kwetsbaar uit. Weer één om bij stil te staan.

 

Onze bedoeling is om naar Sto, een klein dorpje aan de Atlantische oceaan te rijden, van daaruit kun je ook met een schip naar walvissen kijken. Bij aankomst is het niet veel. We gaan na een verkennend rondje in de haven staan.

Als ik probeer water te gebruiken doet de pomp het niet. Omdat ik eerst denk dat we helemaal geen elektriciteit meer hebben, besluiten we om naar een camping toe te gaan. Dan kunnen we rustig kijken wat er aan de hand is en de camper aansluiten op stroom. Er is een kleine camping in Sto maar die blijkt door een storing geen stroom te hebben. Dus moeten we een stukje terugrijden naar een grotere plaats, Myre, daar hebben we, toen we er doorheen reden, een camping gezien. Onderweg naar Myre bedenk ik mij opeens dat alleen de waterpomp het niet deed, de lanmpjes van de accu branden wel normaal. Hoe suffig kun je zijn. Als we door Myre rijden zien we een bedrijf dat onderdelen voor de plezierjacht verkoopt. Het is nu gesloten maar wel handig om te weten dat het er is.

 

En dan is het de dag van de wonderbaarlijke genezingen want als Jos, na zich in allerlei bochten te hebben gewrongen, de stekkertjes en draadjes van de waterpomp aandrukt, doet ie het weer! Dat hadden we ook op de kade in Sto kunnen doen maar goed toen dachten we nog dat de hele elektriciteit er uit lag. Gewoon af en toe alles weer even vastzetten en aandrukken…. Dat krijg je met zo’n rammelbak op van die rammelende wegen. Want na één winter zijn de wegen in Noorwegen weer behoorlijk kapot gevroren, er wordt dan ook overal driftig aan de weg gewerkt. Maar op sommige plekken is het piste rijden met af en toe een stukje asfalt.

 

 Woensdag 18 juni

 

Gisteravond dus toch weer op een camping beland. Een kleine maar wel met alles erop en eraan. De  TV-kamer annex computerruimte is ook echt ingericht als een zitkamer; knus en gezellig. De internetverbinding is slecht maar volgende week ligt de glasvezelkabel er in…. We zijn dus iets te vroeg. Jos krijgt zowaar de tv op de voetbalzender. Geen echt interessante wedstrijd dus als ik klaar ben met mijn verslag, ga ik terug naar de camper. Ben wel moe en heb even zin in stilte (en een kopje thee).

 En vanmorgen blijkt ook de badkamer uitstekend te zijn, warm, schoon, hete douches en van alle gemakken voorzien. Een onverwacht prima camping. Is dat gerammel toch nog ergens goed voor.

 Dus fris en vrolijk beginnen we aan onze volgende etappe. We rijden nu in zuidwestelijke richting naar Sortland dat als een soort kruispunt is gelegen tussen de verschillende Vesteraalse eilanden. Je kunt het stadje niet of nauwelijks ontwijken….. Maar dat hoeft ook niet want het is best aardig om even doorheen te wandelen. Als we de camper neerzetten, meert ook net de Hurtigrute aan.

Altijd weer een imposant gezicht om zo’n groot schip in die kleine stadjes te zien. Mensen die de Hurtigrute als cruiseschip gebruiken, kunnen van Bergen in het zuidenwesten tot Kirkenes in het noordoosten van Noorwegen varen. Onderweg wordt zelfs aangemeerd in dorpjes die niet meer zijn dan een kade waar net de loopplank kan worden uitgelegd. Vanuit de verschillende havenplaatsen kunnen de toeristen ook een deel van de route met een bus afleggen. Zie je Noorwegen ook nog eens van de andere kant. En verder kunnen ze uiteraard ook allerlei uitstapjes boeken naar musea ed. Heel populair is om een dag uit het leven van de Sami mee te maken, inclusief het vangen van rendieren en het koken in een tipi.

 

Maar wij gaan Sortland in, en aan de winkels is te zien dat het een regionale functie heeft. Het stadje heeft voor noord-noorse begrippen stadse allures met twee overdekte winkelcentra en een paar grote supermarkten. Wij gaan lekker koffiedrinken bij een ouderwetse konditori.

En onder het genot van een lekker taartje en net zoveel koffie als je zelf wil (1x betalen en dan gratis refill) hebben we ook nog wifi. Daar doe je het toch voor ;) . Daarna in de plaatselijke H&M wat truien in de opruiming gescoord, die kun je hier jammer genoeg wel gebruiken.

En dan is het op naar het noordelijkste eiland van de Vesteralen, Andoya. We rijden via een prachtige weg langs het fjord. De omgeving wordt steeds kaler, rauwer. Het begint af en toe op de noordelijkere toendra’s te lijken, zo mooi! Het lukt ons om een parkeerplek te vinden waarvandaan we ook een stukje het drassige gebied in kunnen lopen. Wat eerst alleen maar kaal en rotsig leek, staat nu vol met een soort heideachtige planten, boompjes en struiken en vol met bloemetjes.

 

Op Andoya rijden we eerst een zuidelijk schiereiland op. Vanaf dat moment is het stil om ons heen. Af en toe een huis maar verder geen mens te zien. Wat een rust en stilte, wat heerlijk. Na zo’n 25 km rijden, en de zuidelijke punt te hebben gerond, komen we op een plekje waar de camper precies op past en met uitzicht op het fjord is het weer genieten geblazen. In de loop van de dag is het droog geworden en nu schijnt zelfs de zon volop.

Af en toe zien we links en rechts van ons in de bergen zware regenbuien maar wij houden het droog. Na het eten een heerlijke wandeling gemaakt. De enige wezens die hier van opschrikken zijn de schapen die hier overal loslopen.

 

Na de wandeling gaan we weer lekker in de cabine zitten. Vandaaruit hebben we het beste uitzicht over het water en proberen we de zon naar beneden te kijken. Maar nog ver boven de horizon blijft ie hangen en schuift dan via het noorden richting het oosten. Helemaal goed is het niet te zien want boven de horizon is het bewolkt geworden maar ook al zie je de zon zelf niet meer, je ziet wel het licht verschuiven. En dus is het weer een latertje als we naar bed gaan, het wordt alleen maar donker als we alle gordijnen goed dicht doen. Nacht is een relatief begrip.

 

Donderdag 19 juni

 

Gisteravond tijdens de wandeling al gezien dat de weg er niet beter op wordt Maar volgens Jos, die nog even een extra heuveltje is opgeklommen, hadden we het slechtste stuk tijdens de wandeling wel gehad. Hahaha nou mooi niet dus. Het wordt alleen maar slechter, grote stenen, diepe gaten, plassen, hobbels en bobbels, en langzaamaan verandert de weg in een bospaadje. Takken slaan tegen de camper. Teruggaan is ook geen optie (voor keren is geen ruimte en achteruit langs de rotsen is ook niet echt een ding) dus rustig doorrijden en gang houden om niet vast te komen zitten. Bij dit soort geschud moet ik trouwens altijd wel denken aan lingerie-ontwerpster Marlies Dekker, die vindt dat je altijd even aan je bh moet schudden om te zorgen dat je borsten goed zitten. Nou als ze nu nog niet goed zitten …… Na zo’n 6 kilometer verandert de weg weer langzaamaan in een echte Noorse weg, wel met hobbels en bobbels maar weer te berijden. Maar onze ‘grand old lady’ heeft zich weer prima gehouden, wat een kanjer is dat toch.

 

We verlaten het schiereiland en rijden, in de regen, naar de noordelijkste punt van Andoya, Andenes. Het levert weer mooie vergezichten op met aan de andere kant weer toendra-achtig gebied. Vanuit Andenes kun je ook op walvissafari. Bij aankomst blijkt dat ook het enige te zijn dat het stadje te bieden heeft. Ze lokken heel veel mensen naar hun ‘stad’ maar er is echt niets te doen. We drinken koffie bij een chinees die gevestigd is in een gebouw waar je ook excursies kunt boeken. Maar we hebben besloten dat we 100 euro pp teveel vinden om voor een boottocht uit te geven. We hebben orka’s vanaf het strand gezien wat zul je dan met zoveel mensen op een boot gaan zitten in de hoop net zoveel te zien vanaf de reling.

 

We nemen nog een besluit, na naar de weerberichten te hebben gekeken, hakken we de knoop door en gaan richting beter weer. We hebben de noordelijkste punt van de Vesteralen gehaald, nog noordelijker zou kunnen met een veerboot naar Senja en Tromso maar ook daarvoor zijn de voorspellingen slecht. Voor wat beter weer moeten we zuidelijker gaan. We zijn er alleen nog niet over uit of we afzakken via Noorwegen of via Zweden maar dat kunnen we onderweg nog besluiten.

 

We rijden in de stromende regen terug naar Sortland en rijden dan door naar Lodingen vanwaar een veerboot naar Bognes vaart, het vasteland van Noorwegen. We komen dan weer op de E6, de doorgaande route van zuid naar noord Noorwegen. Als we er voor kiezen om in Noorwegen af te zakken dan kun je eigenlijk niet anders dan de E6 afrijden. Pas in het echte zuiden van Noorwegen heb je meer mogelijkheden. En dat is wel jammer want ik heb geen goed gevoel bij die weg. Wat dat precies is weet ik niet maar ook tijdens onze vorige reis, toen het vanaf de afslag naar de Noordkaap weer drukker werd op de E6, vond ik het maar niks. De uitzichten blijven mooi maar voor mij blijft het een soort aan- en afvoerroute en geen onderwegweg of opreisweg.

 

In de haven van Bognes is geen parkeerplaats om te overnachten dus rijden we eerst een stuk over de E6. Dan nemen we de afslag naar Drag, op zoek naar een benzinepomp en een slaapplek.

 

Vrijdag 20 juni

 

Het heeft zo zijn voordelen om op de parkeerplaats van een plaatselijke super te gaan staan; ’s morgens vers brood. Nog net niet op bed maar toch…..

 

We hebben een deel van de dag besteed aan de ontwikkeling van een tunnelvisie. Daar is dit deel van de E6, tussen Bognes en Fauske, prima geschikt voor. Je hebt namelijk korte tunnels en lange, brede en smalle, stijgende, dalende en vlakke, donkere met slechte verlichting en goed verlichte tunnels. En dan heb je ook nog tunnels die in de revisie zijn…. Dan moet je voor de tunnel wachten op een volgauto voordat je er doorheen mag. Tegenliggers wil je dan niet hebben. Eenmaal in Fauske weten we het wel, een tunnelvisie geeft een zeer vernauwende kijk, maar de weg die die tunnels verbindt geeft een weids uitzicht. En daar doe je het tenslotte voor. Dus zoals jullie al begrijpen was het weer een dagje van klimmen en dalen en genieten.

De afgelopen dagen hadden we al wel gezien dat het sneeuwde in de bergen en noordelijker ook sneeuwde in het dal. Van een afstandje is die sneeuw in de bergen wel mooi, naast het wit van de gletsjers leek het alsof de toppen met poedersuiker waren bestrooid.

Nu sneeuwt het hier ook op rijhoogte, weliswaar natte kledder maar in Nederland zou hier code oranje voor afgegeven worden. 

 

Fauske ligt op de kruising van de E6 met de afslag naar Bodo. Op de heenweg zijn we hier ook doorheen gekomen. We hebben dus een rondje gereden.  Het was een mooi rondje en we gaan nog even door met genieten. We besluiten hier definitief om naar Zweden te gaan en daar af te zakken naar het zuiden. Het is ons plan om in Storjord de E6 af te gaan en dan via de 95 (de zilverweg) de bergrug tussen Noorwegen en Zweden over  te steken. En vanaf daar dwars door Zweden naar de Baltische kust te rijden.

 

In de haven van Fauske kopen we verse garnalen, wel wat duurder dan in de winkel maar ook een stuk lekkerder.

Na het boodschappen doen in Fauske (Jos heeft nu ook een brillentouwtje, gemakkelijk als je de verrekijker gebruikt!) rijden we naar Rognan. We hebben nog wat Noorse kronen die maken we op aan een campingplaats, kunnen de websites bijgewerkt worden. Veel meer valt er ook niet te doen want het is weer gaan stormen en regenen.

Zaterdag 21 juni

Vandaag is het een lui dagje, website bijwerken en een ommetje om de camping. Het dorpje Rognan heeft een heus winkelcentrum. In de zomermaanden is het hier druk met vakantiegangers, vissers. Nu is het verlaten. 

 

Zondag 22 juni

Gisteren was het 21 juni, de langste dag van het jaar op het Noordelijk halfrond. De zon staat dan op het hoogste punt. De dag dus ook dat de Middernachtzon het langst te bewonderen is. Het was voor ons één van de redenen om al zo vroeg in het jaar, juni, met vakantie te gaan. Die dag is in zowel Noorwegen als Zweden een nationale feestdag, de dag van het licht. We hebben in Noorwegen een aantal keren geïnformeerd  of er iets bijzonders te doen zou zijn op de 21ste maar dat was niet het geval. Iedereen viert die dag in huiselijke kring. Jammer dus… Gisteren was het in Rognan de hele dag bewolkt en miezerig. Maar aan het eind van de avond liet de zon zich van zijn beste kant zien. Door de bewolking heen kwam er een schitterend licht tevoorschijn. Middernachtzonwaardig! Dus uiteindelijk ook op 21 juni genoten van de zon, weliswaar met z’n tweetjes maar dat maakt het niet minder mooi.


Vandaag gaat het op naar Zweden. Eerst 35 km over de E6, die  vandaag zelfs een stuk prettiger aanvoelt dan de vorige keren. Misschien moet ons doel een keer zijn om de hele E6 te rijden. Wie weet vind ik het dan geen afvoerputje meer. Bij Storjord slaan we linksaf de zilverweg op, de verbindingsweg tussen Noorwegen en Zweden, dwars door de bergen. De eerste paar kilometer is het klimmen geblazen (10%), de oude dame tuft in z’n 2  heerlijk rustig omhoog.  Af en toe gaan we even aan de kant om een snellere auto te laten passeren. Maar verder is het heerlijk stil. Als we eenmaal de steilste hellingen hebben gehad, blijven we met een gangetje van max 50 k/u doorrijden. Heerlijk genietend van de uitzichten.

Her en der ligt nog sneeuw, gelukkig niet meer op de weg. Bij de grensovergang (alleen gemarkeerd door een grote steen) is een mooie picknickplaats, met vuurplaats en overnachtingshut. Onder het genot van een kopje koffie struinen we met de verrekijker de omgeving af, op zoek naar loslopend wild. We maken ook nog even een ommetje en verwonderen ons weer over de berkenbosjes die er af en toe zwartgeblakerd uitzien, waarschijnlijk gewoon doodgevroren.

Niets te zien, maar als we verder rijden komen we de eerste rendieren tegen. Ze hebben nog een heel lichte vacht. Ook voor hun is de winter pas net voorbij. Soms zien we een kudde in de verte, hoger in de bergen. Soms lopen er een paar voor ons op de weg. Het blijven een beetje sullig uitziende beesten.

Langzaamaan verandert de omgeving, van kale rotsen met hier en daar een berkenbosje naar dennenbossen afgewisseld met meren. We rijden naar Arjeplog, daar willen we overnachten maar het stadje is niets bijzonders en we vinden geen leuke plek om te staan. We rijden verder en komen bij een mooi plekje bij een meer. Vlakke ondergrond en uitzicht over het water.

Wat wil een mens nog meer….. Als ik later op de kaart kijk, zie ik dat we helemaal niet zo ver van een camperplek afzijn waar we 3 jaar geleden hebben gestaan (Slagnas. Grappig, leg je zulke grote afstanden af en dan is de wereld toch zo klein.

Maandag 23 juni

Ik heb gelezen dat er een natuurreservaat is in de buurt van Arvidsjaur. (Nou heb je die natuurlijk wel meer in Zweden maar deze heeft wat aangelegde wandelpaden en uitzichttorens.) We rijden via Slagnas naar Arvidsjaur, om te kijken of we informatie kunnen krijgen over de precieze plek van het reservaat. Arvidsjaur is voor Noord-Zweedse begrippen een echte stad. Ook een typische noord Zweedse stad, bestaande uit een lange rechte weg waar zo goed als alle winkels aan liggen.

Het toeristenbureau blijkt verhuisd. Als we wat rond kijken om te ontdekken waar het nu zit, worden we aangesproken door een dame. Ze vraagt of we op zoek zijn naar het toeristenbureau, als we dat bevestigen zegt ze dat we wel met haar mee mogen, via de achterdeur! Zij blijkt er te werken en geeft ons uitgebreid informatie over de stad, de omgeving en het reservaat. Wat een aardig mens is Agneta. Als we ook nog vragen naar een café  met internet stuurt ze ons naar een typisch Zweeds café annex lunchroom. Ze waarschuwt ons trouwens nog wel voor de onderhoudsstaat van het natuurgebied, volgens haar voelt niemand zich verantwoordelijk om het bij te houden. We zullen zien.

 Na de koffie en de boodschappen gaan we naar het natuurgebied. Via loopplanken komen we zowel bij de eerste als de tweede uitzichttoren. Het pad zou nog verder moeten lopen maar de planken zijn verdwenen en er is geen zichtbaar pad door het kreupelhout. Maar dat geeft niet want vanuit de torens hebben een prima zicht op rendieren en hun kalfjes, kraanvogels (wat een kanjers zijn dat trouwens), zwanen en nog veel meer kleinere vogels. En dan zien we ook elanden, eerst alleen vrouwtjes met jonkies maar dan ook een mannetje. Mijn hemel wat een beest. Zo enorm, ik denk in eerste instantie dat het een rots is, pas als ik hem zie bewegen realiseer ik me dat het een eland is.

 

Het is wel de kick van de dag!

Tijdens het foto’s maken krijgt Jos opeens geen scherp beeld meer via de lens. Grrr wat nu weer, via de display blijkt de foto wel scherp te zijn, hoe kan dat nou…… Nou daar komt ie later wel achter. Dankzij het brillentouwtje dat zo handig is als je door een verrekijker wil kijken, laat ie ook de bril af bij het fotograferen. Tja en dan zie je het niet zo scherp meer!

Gisteravond hebben we besloten de plannen wat te wijzigen. We zijn pas op de helft van de reis en om niet het gevoel te hebben dat we alleen maar aan het terugrijden zijn, hebben we een nieuw reisdoel. We gaan de Wildernisroute rijden. De route ligt tussen Vilhelmina en Stromsund, op de heenweg hebben we die weg afgelegd via de E45. Nu gaan we met een boog naar het westen, tot vlak aan de grens met Noorwegen, over kleine weggetjes en weer door de bergen. Onderweg kun je naast rendieren en elanden met een beetje mazzel (of pech ;( ) ook nog beren tegenkomen. Maar alleen al de natuur moet er weer heel mooi zijn, dus is het sowieso de moeite waard om die weg te rijden.

Vanaf het natuurreservaat bij Arvidsjaur rijden we zoveel mogelijk over kleinere wegen richting Vilhelmina, ons startpunt voor de wildernisroute. Stel je trouwens niet al te veel voor van de grotere wegen want ook daar is het soms piste rijden, en soms zijn de kleinere in een betere staat dan de grotere. Onderweg komen we af en toe een rendier (soms met jongen) tegen.

We moeten regelmatig over onverharde wegen maar die zijn over het algemeen in een goeie staat, behalve als we op zoek gaan naar een slaapplek en het bos inrijden……. Na 6 km moeten we keren en dezelfde hobbels, bobbels en rul zand nu vanaf de andere kant berijden! (De weg is niet zo slecht als die in Noorwegen was, maar het is wel een goeie 2de) Uiteindelijk belanden we op een parkeerplaats op de kruising van de 365 en de 363. Een mooi aangelegde picknickplaats met speciaal voor camper, vrachtwagen en caravan aangelegde vakken  om te overnachten. Verder uiteraard met vuurplaats, toiletten en picknicktafels.

Dinsdag 24 juni

De eerste stop is Lycksele, een behoorlijk uit de kluiten gewassen provinciestad. Al heel lang een belangrijke plaats voor de Sami. Aan de campings en hotels te zien is het tegenwoordig ook een belangrijk toeristencentrum. Maar wij zijn op het verkeerde moment, er is niet veel open. Als we terugkomen bij de camper heeft een ander ‘neusje’ zijn neusje vlak voor die van ons geparkeerd.Leuk!

We rijden door naar Vilhelmina, uiteraard weer door bos, langs meren en over bergjes…..

In Vilhelmina doen we inkopen, gaan ook weer even bij die heerlijke konditori langs en gaan dan naar een camping, aanbevolen door Aloys. Hij is van het camperforum en geeft ook uitgebreid info over al dan niet officiële camperplekken. We hebben er al heel wat via hem gevonden. De camping ziet er prima uit, heeft alles wat we nodig hebben, en we lassen een rustdagje in om de sites bij te werken en te wandelen.  


De lucht bij avond en 's morgens.... Wat een kleurenpracht weer!

 

Zaterdag 28 juni

Ik zit lekker in het zonnetje. Het is zomer, althans na alle kou voelt het wel zo aan. We staan op een zogenaamde naturcamping. Je zou het ook een luxe camperplek kunnen noemen. Er zijn toiletten, vuurplaatsen met picknicktafels, een keukentje met houtgestookt fornuis en een houtgestookte sauna.

Op dit moment hoor ik onze Duitse buurman houthakken, verder is het stil, stiller, stilst. Een heerlijk plekje, met dank aan Aloys van het camperforum gevonden. En er dankzij hem achter gekomen wat een naturcamping is. Ze zijn gratis maar er wordt wel een vrijwillige bijdrage gevraagd om de plek te kunnen onderhouden. Nou er gaan zeker wat kronen in de bus op het infobord.

We hebben de afgelopen 2 dagen een deel van de Wildernisroute gereden. Sommige stukken waren niet bijzonder (of wij zijn al zo blasé dat we het mooie er niet meer van zien), andere stukken waren regelrecht spectaculair. Allereerst heb je in dit gebied verscheidene watervallen. Soms gaan ze als een wildwaterbaan tussen de rotsen door naar beneden. Soms is er één die hoog vanuit de berg naar beneden stort. Altijd weer fascinerend om dat woeste water te zien.

 

Bij één van de watervallen is een kiosk voor hapjes, drankjes en ‘Lapse’ huisvlijt. Wat betreft de ijsjes die ze hier serveren, daar kan Talamini nog een puntje aan zuigen. We bestellen niets vermoedend 2 bolletjes…. Zie de foto voor het resultaat!

 

Hier en daar nemen we een afslag omdat er volgens de folder iets bijzonders te zien moet zijn. Zo rijden we naar een dorpje waar een beroemde Zweedse schrijver een boek heeft geschreven. Het huis is opnieuw opgebouwd in de oorspronkelijke staat, alleen wij hebben hem niet gevonden. Gelukkig was de weg naar het dorp toe erg mooi. We gaan ook naar Fatmomakke, een Sami-kerkdorp. Ik krijg altijd wat rooie wangen en kromme tenen als ik hierover lees want het is een al duizenden jaren bestaande Sami-nederzetting, waar Sami bijeenkomen tijdens hoogtijdagen. De brochures hebben het nu alleen nog maar over een kerkdorp en de geschiedenis vanaf eind 19de eeuw. Toen zijn de Sami bekeerd, al dan niet vrijwillig en al dan niet op een positieve manier. In die tijd heeft ook de Zweedse overheid onderzoek gedaan onder de Sami. Ze moesten zich vrijwillig verplicht en plein public laten opmeten en onderzoeken. Dat is wat je noemt beschaving brengen…..


 

In deze streek heb je ook veel wandelroutes maar die blijken vooral voor diehards te zijn. Het zijn allemaal langeafstandsroutes.

 

Een ander hoogtepunt is de overnachting op het Stekenjokkplateau, op een hoogte van 876 meter. In the middle of nowhere….. Tussen de sneeuw en de rotsen. Als je goed kijkt zie je hier en daar nog een camper staan, die heeft ook een stil plekje opgezocht. ’s Avonds maken we nog een ‘ommetje’, soms springend over een stroompje, soms over de sneeuw lopend. Heel af en toe hoor je een vogeltje, zien doen we ze nauwelijks.


 

Vrijdagmorgen is het nog steeds mooi weer en dus maken we nog een wandeling. We lopen naar een berghut en proberen via een klein paadje nog wat verder te komen maar uiteindelijk loopt het dood. Het wordt voor mij te lastig om door te lopen, te hoge rotsen, en te brede waterstromen, dus maar terug richting camper.

Op een parkeerplaats in de buurt van onze camper staat een caravan met een kraampje ervoor. Gisteren was het gesloten nu loop ik er heen om te kijken wat er te koop is. Een vrouw verkoopt zelfgemaakt Sami-handwerk zoals armbandjes, mokken en tassen. Ik raak met haar aan de praat en vraag haar of er op dit moment geen rendieren zo hoog in de bergen zijn. Nou die zijn er wel degelijk…. We hebben elke keer precies de verkeerde kant opgekeken want er lopen er zo’n 60000 rond. Hoe kun je ze missen ;(  Over 14 dagen worden de kuddes bij elkaar gedreven en worden de jongen geoormerkt. Daarna lopen ze tot de herfst weer vrij rond, en worden ze alleen op afstand in de gaten gehouden. In het najaar worden ze weer naar het dal gedreven om de winter daar te overleven. Over kou gesproken, ook hier is het te koud voor de tijd van het jaar. Tijdens midzomernacht heeft het hier gesneeuwd en dat is al tientallen jaren niet meer gebeurd. We hebben wat dat betreft dus een slecht jaar uitgekozen om al zo vroeg naar het Noorden te gaan.

 

Op het Stekenjokkplateau is in de jaren 70/80 mijnbouw gepleegd. Er is niets meer van te zien maar er waren volgens de mevrouw toch echt mijnschachten, grote kantoorgebouwen en alles wat er verder bij komt kijken. Na zo’n 20 jaar was de mijn uitgeput en is alles door het mijnbedrijf achtergelaten. De Zweedse overheid heeft later alles gesloopt en weggehaald en de mijningangen dichtgegooid. Boven de grond is alles bijna weer in de oude staat. Het enige wat  er nog aan herinnert zijn een paar meren, resultaat van de dagmijnbouw. In de buurt is er ook nog een dorp, speciaal gebouwd voor de toenmalige werknemers, alleen is nu iedereen werkloos want er valt hier verder geen droogbrood te verdienen. Maar ondanks deze korte periode van roofbouw is het een schitterende plek.

 

De rit gaat weer verder, eerst nog een heel stuk door dit prachtige kale berglandschap (soms zijn we maar een paar kilometer van de Noorse grens), langzaamaan dalen we weer en komen er dus ook weer bomen in het landschap. Bij Gadedde gaan we richting het oosten en vanaf daar rijden we weer volop door de bossen en langs meren. In de buurt van Gadedde rijden we naar een hoge waterval. De heenweg gaat over een 21 km lange, onverharde bosweg. Maar de waterval is het meer dan waard, met een donderend geraas stort het water zich zo’n 39 meter naar beneden.

Bij de waterval, middenin het bos, is een schitterende plek om met je camper te overnachten  (met toilet, vuurplaats en picknicktafels).

Wij vinden het nog te vroeg, vooral ook omdat ik daar nauwelijks kan lopen, de wandelpaden beginnen gelijk al met klimmen en klauteren. We rijden dus weer verder naar de officiële wildernisroute, ditmaal via een onverharde bosweg van zo’n 29 km. Maar dit zijn wel de wegen waar je het voor doet. Wat mooi, af en toe een huisje of een boerderij en  alleen bos en water. Jammer genoeg laat ook hier de beer zich niet zien!

De wildernisroute is vanaf hier een mooie tweebaansweg waar je op sommige stukken zelfs 100 mag. Dat halen we niet maar we kunnen wel doorrijden. Gelukkig is het stil op de weg want ik zie opeens een paar kraanvogels in de berm lopen. Hup in de remmen en Jos probeert foto’s te maken voordat ze uit het zicht verdwenen zijn. Een paar kilometer verderop weer in de remmen, nu voor een vos. Wat een mooi beest is dat ook. Dus ook zonder beren op de weg hebben we toch een paar mooie dieren gezien.

En nu staan we dus op de naturcamping, we zijn gisteravond aangekomen, en hebben vanmorgen al heerlijk gewandeld. Nu zitten we te genieten van het zonnetje.

 

Dat genieten duurt echter niet zolang, na twaalven slaat het weer weer om en komen er donkere wolken. We besluiten om dan maar verder te gaan, eerst naar Stromsund voor de nodige boodschappen en dan willen we zoveel mogelijk via rustige binnenwegen richting Gavle rijden. Als we er rechtstreeks, over de doorgaande wegen naar toe zouden rijden is dat altijd nog zo’n 350 km. Binnendoor is het meer kilometers en gaat het ook een stuk langzamer. Dus dat is weer een planning voor een paar dagen.

 

Onderweg passeren we een aantal hoosbuien en andere nattigheid maar als we eenmaal in Solofthea aankomen is het weer omgeslagen. De zon schijnt volop en het is lekker warm. We zien een paar campers aan de rand van het centrum staan, een camperplek naar ons hart. Geen voorzieningen maar wel lekker middenin de stad.  De stad zelf is niet veel bijzonders maar ze hebben een terras in de zon. Dus daar zoeken we een plekje en genieten van zon, koffie en een wijntje. Ze hebben ook nog wifi en als klap op de vuurpijl ook nog een tv met voetbal erop. Weer eens wat anders dan stil en verlaten in de ‘wildernis’ staan. 

 

Zondag 29 juni

 

We laten de stad weer achter ons en gaan op zoek naar mooie binnenwegen. Na zo’n 2 uur rijden komen we een bordje met ‘Sommarcafé’ tegen. We gaan de weg af en rijden het bordje achterna. We komen bij een oude, Zweedse plattelandswoning waar twee dames ons ontvangen. Ze vragen of we broodjes willen maar ik antwoord dat ik graag iets zoets wil. Nou dat kan ook. We mogen een plekje zoeken in de woning die er nog steeds uitziet als een huis uit de jaren 50. Volledig ingericht, met alles erop en eraan. Volgens ons is het een oude domineeswoning, de kerk is om de hoek. De divan geeft mij een deja vu van de zondagochtenden bij mijn opa en oma. Alleen blijft Zweedse zoetigheid niet bij één koekje maar mag je een hele schaal met allerlei lekkers opeten. En uiteraard blijft het ook niet bij één kopje koffie maar mag je een hele thermoskan leegdrinken. 


 

We rijden verder over het Zweedse platteland. Soms over goeie wegen, soms over wegen waar ze deze zomer een nieuwe asfaltlaag op gaan leggen. En dat laatste wil zeggen dat er al een onderlaag van grove steen is gestort, of een laag fijne steen of alleen een kapotgehakte weg is of nog de oude weg met gaten. En dat niet over één kilometer maar gelijk over een stuk van zo’n 20 km. De Zweden rijden hier in hun volvo’s gewoon met 80 overheen, ik doe het wat langzamer aan….. Onderweg passeert ons ook nog een Nederlands stel, zij rijden rond met een Toyota 4wd met een camperopbouw. Ze gaan even naast ons staan en maken een praatje en bewonderen onze grand old lady en racen dan weer verder want dat wil wel met zo’n auto…..

 

Rond half 6 zien we een bordje camping en besluiten we te kijken of ze tv hebben. Als dat zo is kunnen we Nederland voor het eerst zien voetballen, toch nog een beetje oranjegevoel. Het blijkt een camping van een Nederlands echtpaar, ze hebben geen tv-kamer, maar we mogen wel bij hun in huis komen kijken. Erg aardig, dus we zetten de camper neer, sluiten alles aan wat opgeladen moet worden en gaan naar hun woonhuis. Ze wonen daar sinds 4 jaar met hun zoon en dochter en hopen nu dit seizoen voor het eerst in de plus te eindigen. Dochterlief heeft saucijzenbroodjes gemaakt en wij mogen daar onder het genot van een kopje koffie van meegenieten. Alleraardigst en Nederland wint ook nog. Dus wat wil een mens nog meer. 

Camping Jannesland in Stöde 

Woensdag 2 juli

Maandagmorgen zijn we vertrokken van de ‘Nederlandse’ camping. Het is druilerig weer maar we zitten hoog en droog en rijden weer dwars door bossen en over heuvels (voor ons bergen). Ook nu geldt dat de wegen slecht zijn. Maar dat zorgt er wel voor dat het lekker stil is onderweg. Ik was er trouwens in mijn optimisme van uit gegaan dat autobanden wel tegen die grove grintwegen kunnen, tenslotte zie je al die Zweden er overheen knallen. Maar ik had dat nog niet bedacht of er stond er één aan de kant van de weg met een lekke band, dus het blijft wel oppassen geblazen.


We komen onderweg af en toe door een dorpje en zelfs een heus stadje maar het stelt hier nog niet veel voor. Aan het eind van de middag zijn we in Bollnas. We willen hier in eerste instantie blijven, er is een camperplek randje centrum, maar na een wandeling en een kop koffie besluiten we toch nog maar door te rijden naar Gavle. Dan kunnen we daar dinsdagmorgen gelijk de stad in, is wel zo leuk. Drie jaar geleden hebben we ook in Gavle gestaan, toen op doorreis naar het Noorden. Vanuit de camper al wel gezien dat het een mooie stad is. Daarom willen we er nu naar toe om hem echt te bekijken.

De camperplek in Gavle is vol maar een paar straten verderop zien we een ruime parkeerplaats en zetten daar de camper neer. Prima plekje voor de nacht en dichtbij het centrum.

Dinsdagmorgen rijden we met de camper naar de binnenstad, achteraf was lopen bijna sneller geweest. En het is echt een mooie, aangename stad. Mooie gebouwen, en fijn om te wandelen.

Door een brand in de 19de eeuw is een groot deel van de oude stad verwoest. Een klein wijkje is behouden, daar staan nog steeds de oude, houten huizen.

Bij een groot gebouw, dat nu dient als hoofdkantoor van de regionale gezondheidsdienst, worden we aangesproken door één van de ambtenaren. Hij vertelt ons dat het vroeger een meisjesinternaat was. Met als bijzonderheid dat er slechts een klein, achteraf kamertje was waar de meiden konden gymmen. Het was niet gebruikelijk dat meisjes veel aan lichaamsbeweging deden. Leren koken en naaien was voldoende.

Na een paar uur wandelen heb ik het wel gehad en wil eigenlijk wel een tijdje uitrusten. Daarom besluiten we om met de camper te kijken of er nu wel plaats is op de camperplek. Dan staat ie mooi dichtbij het centrum en kunnen we ’s avonds nog een keer de stad in. Er staat nu maar één camper. Dus hebben we mazzel. Het is heerlijk weer, dus de stoeltjes gaan naar buiten en we soezen heerlijk in het zonnetje. Aan het begin van de avond lopen we naar de stad, op de terugweg lopen we via de andere kant van de rivier terug. Daar staan mooi gerestaureerde fabriekspanden waar we de vorige keer alleen de gevels vanaf de overkant van hebben gezien. Nu lopen we er tussendoor, er zitten allerlei bedrijven en bedrijfjes is. Maar we genieten vooral van de stijl van bouwen, functioneel maar toch met aandacht voor detail.


Gavle heeft wat met bokken. In december wordt als alle winkels de kerstetalages klaar hebben een gigantische bok van stro opgezet. Het feest kan beginnen. Om hun bokkenstatus nog wat te benadrukken is aan kunstenaars gevraagd een kleiner model bok te 'versieren'. Overal in de stad kom je die bokken tegen. Hier een impressie:

Vanmorgen vertrokken, met als doel Stockholm. Maar voorlopig bevalt het ons nog steeds goed om over de kleinere wegen te rijden. Dat zijn we ook nu van plan dus zullen we Stockholm vandaag nog niet halen. We willen proberen om wat van de Oostzee te zien. We stippelen een route uit die zo dicht mogelijk langs de kust gaat. Het wordt wel weer heen en weer rijden vanaf de doorgaande weg naar de dorpjes aan zee maar de omgeving, heel anders dan we tot nu toe gewend zijn, is mooi…..

Bij het eerste dorpje dat we hebben uitgezocht komen we niet aan het water. Bij de tweede hebben we meer mazzel, het is een oud vissersdorpje (Fagelsundet) nog helemaal in originele staat en ligt in een baai. Het ziet er mooi uit. Her en der zijn mensen bezig hun (tweede) huis op te knappen.

  We lopen er doorheen en lunchen op de parkeerplaats aan de rand van het dorpje.

De omgeving is niet alleen qua natuur anders dan dat we tot nu toe gewend zijn. Het is een veel welvarender gebied. Alleen al daaraan merk je dat we in de buurt van Stockholm komen. De huizen en de wegen zien er veel beter uit. En dat dit al van oudsher zo is, blijkt ook uit de (grote) kastelen die we onderweg tegenkomen. Over één rijd je dwars over het grondgebied, tussen alle gebouwen door. Het zijn dorpen op zich. Bij een andere stoppen we, daar mogen we niet bij het kasteel zelf komen maar wel bij de bijgebouwen en arbeiderswoningen.

De stijl is niet zoals in Frankrijk  met pracht en praal maar strak en functioneel. Wat ons betreft dus mooi…. In één van de bijgebouwen drinken we koffie, op z’n Zweeds, dus weer met een volle thermoskan en een schaal met lekkers.


Ons volgende doel is op het eiland Vaddo een camperplekje zien te vinden, en dan ook nog één met uitzicht op het water. We zien in eerste instantie een mooi plekje in de haven maar die is vol. Als we verder zoeken merken we dat heel veel wegen verboden zijn om in te rijden en dat het verboden is om te parkeren op mooie plekjes. Blijkbaar hebben de bewoners wel een beetje genoeg van al die camperaars, jammer voor ons maar wel begrijpelijk. Als we na heel veel omzwervingen weer terug komen bij de haven blijkt er een plekje vrij te zijn. Dat is mazzel, en het eiland gezien en ook nog een mooi plekje voor de nacht.


Het is de hele dag mooi weer geweest, volop zon maar nu gaat het regenen. Dat levert wel een mooie regenboog op!


Vanuit de haven gaat een veerboot naar een Fins eiland. De meeste mensen gebruiken die boot als een cruise langs de scherenkust van Zweden. Maar de Zweden zelf zien de boot vooral als een drankwinkel, varen op en neer naar het eiland, gaan niet van boord, eten en drinken aan boord en nemen nog even een voorraadje mee naar huis. In de loop van de avond komen onze Zweedse buren bepakt en bezakt thuis van hun bootvaart. Ze snappen niet dat wij niet ook zo’n tocht willen maken. Tja wij hebben nog voorraad uit Nederland en vinden de drank aan boord helemaal niet zo  goedkoop. Jos koopt alleen af en toe een biertje in de staatsslijterij (system bolaget). Wat ons opvalt is dat ze een veel groter assortiment hebben dan vroeger en dat de prijzen ook sterk zijn gedaald. In de supermarkten verkopen ze ook wel bier maar dat heeft een veel lager alcoholpercentage en is dus net veredeld paardenzeik.

Donderdag 3 juli

Volgens onze andere buren zouden we moeten betalen voor deze plek maar we zien nergens staan waar dat zou moeten, we zijn zelfs naar de kiosk geweest die hij ons aanwees, en er komt ook niemand langs, dus we vinden het wel goed en vertrekken zonder te betalen.

Het eerste stuk gaan we nog binnendoor maar het wordt al snel veel drukker en is dat ook niet echt leuk meer rijden, we kunnen net zo goed het laatste stuk naar Stockholm over de snelweg gaan. Met mijn gehandicaptenkaart kunnen we in Stockholm op alle parkeerplaatsen gratis staan en als de ‘camperplekken’ op de Strandvagen nog worden gedoogd zou dat betekenen dat we een gratis CP hebben midden in de stad. Zo niet dan moeten we proberen plek te krijgen op een officiële camperplaats, maar dat kost algauw 35,- euro. We rijden rechtstreeks naar de Strandvagen en kunnen op een gehandicaptenparkeerplaats terecht.

Er staat één andere camper maar er staat nergens dat het verboden is om ‘s nachts te parkeren en zolang we er maar niet gaan kamperen moet het dus lukken. Het is trouwens weer een schitterende plek, middenin het centrum aan de haven. We kijken uit over het water naar de oude stad en in de verte zien we giga cruiseschepen liggen.

Het is vandaag al de hele dag grijs en grauw en als we de stad in willen lopen komt de regen met bakken uit de hemel. Als het wat droger wordt gaat Jos de stad in, ik blijf in de camper even plat en uitrusten. ’s Avonds is het weer droog en door Jos z’n verkennende wandeling weten we nu ook dat de afstanden echt meevallen, dus lopen we naar de Gamla Stan. Dit is het oude gedeelte van Stockholm waar ook het koninklijk paleis en de parlementsgebouwen staan. Jos is er vanmiddag ook al geweest maar toen kon je over de hoofden lopen nu is het er gezellig druk. We kunnen zelfs nog op een terrasje zitten, er is niet alleen plek maar ook de temperatuur is omhoog gegaan. Dat moet ook wel want vanaf morgen zou het echt warm moeten zijn, boven de 25 graden. Het is een leuke wijk om doorheen te wandelen.


Als we terug komen bij de camper staat de kade vol met campers. Dus dat gedogen zal nog steeds wel gebeuren of ze moeten vannacht tientallen campers wegsturen.

Vrijdag 4 juli

De Strandvagen is  ’s nachts een illegale racebaan, er worden wedstrijdjes gehouden tussen motoren en auto’s. De auto’s hadden we overdag al zien staan voor de luxe hotels en ja die moeten natuurlijk wel af en toe even worden losgelaten. Dus niet alleen wij worden gedoogd ook de raceauto’s en motoren.Gisteravond realiseerden wij ons dat we voordat we Stockholm inreden hadden moeten lozen en tappen. Stommmm. Naast ons is een invalidentoilet maar als we met vuil water, toiletbak en een muntje voor de deur staan blijkt ie buiten gebruik! Alles weer op z’n plek zetten en dan maar op zoek naar een camping of andere loosplek. De NKC-app stuurt ons zo’n 3 km verderop naar een toiletgroep, een beetje achteraf, bij een tennisterrein. Daar kunnen we in ieder geval lozen. Met water moeten we dan maar zuinig aan doen en eventueel flessen water kopen.

Als we terugkomen is ons camperplekje nog steeds vrij. Wat mooi hè, sta je middenin de stad, uitzicht op de haven, gratis en voor niets de toerist uit te hangen en ze laten je plekje ook nog even vrij!

We settelen ons weer, wassen onszelf, maken ontbijtje en gaan dan de stad in. Ik wil in ieder geval het station zien (oude gewoonte) en naar het stadhuis. Dat laatste is een soort jeugdherinnering; één van mijn zussen had het spel Electro en op één van de speelbladen stonden allerlei beroemde gebouwen in Europese steden. Het raadhuis van Stockholm was er één van. Die is mij altijd bijgebleven dus die wil ik met eigen ogen zien. By the way; het is ondertussen echt mooi weer geworden. Meer dan 25 graden dus echt weer om door een stad te lopen ;) . Maar je hoort mij niet klagen hoor……

We lopen langs de plezierhaven en een stukje door het winkelgebied naar het station. Niet echt bijzonder maar altijd leuk om te zien en stations hebben voor mij altijd een speciale sfeer. Het komen en gaan, de drukte en mijn oude NS-hart.

Achter het station zie je het stadhuis al opdoemen.

Het is een mooi, roodbakstenen, gebouw met een toren. Het mooiste uitzicht op het gebouw hebben we als er al weer vandaan lopen, op de brug richting de oude stad. Daar herken ik het plaatje van vroeger, leuk!

We zijn van plan om via de eilanden Riddarholmen en Gamla Stan naar het eiland Sodermalm te lopen. We hebben op een aanplakbiljet gezien dat in het fotografiemuseum een tentoonstelling is van Sebastiao Salgado (Genesis). En af en toe weer eens dat soort cultuur snuiven is heerlijk. Het er naar toe lopen is al een mooie wandeling.

En eigenlijk is Stockholm net als Amsterdam goed te belopen. Alleen zorgen voor genoeg stops onderweg en dat is ook prima, genoeg cafeetjes en restaurantjes om uit te rusten. We lunchen op z’n Zweeds in een typisch Zweeds restaurantje; een paar daghappen en een saladebar. En uiteraard gratis limo, water en koffie. En het smaakt heerlijk.

De tentoonstelling van Salgado is overweldigend groot. Na honderden foto’s heb ik het wel gezien, kan niets meer opnemen.

Gelukkig hebben we voor die tijd al gekeken naar de foto’s van Dana Sederowsky. Wat indrukwekkend, wat een zeggenskracht. Het is vooral de herhaling in de foto’s maar ook de manier van fotograferen die het doen.

Een bijzondere fotografe. We hebben ook nog even een gimmickfoto van onszelf gemaakt in zo’n ouderwetse pasfoto-automaat. Het resultaat werd ons per mail toegestuurd, dat dan weer wel!

Stockholm is gebouwd op verschillende eilanden, de meesten met elkaar verbonden door een brug. Maar soms zit er niets anders op dan dezelfde weg weer teruglopen. Er is niet van elk eiland een directe verbinding met een andere.

We gaan weer naar Gamla Stan en omdat vanavond Duitsland tegen Frankrijk moet voetballen, proberen we in één van de kroegen een plekje voor de buis te bemachtigen. Dat valt nog niet mee. De meeste kroegen zijn volgereserveerd. In een Ierse pub is in een van de kelderruimtes nog plek bij een stel Zweden aan tafel. Zij zijn voor Frankrijk en wij voor Duitsland.

En zoals de geschiedenis ons al heeft geleerd, de Duitsers winnen uiteindelijk altijd. Na afloop gaan we nog heerlijk Zweeds eten…. We zijn echt even aan het stadten.

Zaterdag 5 juli

Vanmorgen zo vreselijk last van mijn darmen dat we besluiten de hete stad te ontvluchten en een rustiger plekje te zoeken. Dan kunnen we onderweg ook weer water tappen want de tank is nu echt leeg.

We rijden via de snelweg de stad uit. Als we eenmaal op het platteland zijn, zoeken we weer de rustigere wegen op. We rijden door een heuvelachtig gebied met veeteelt- en landbouwbedrijven. Het is allemaal veel lieflijker dan in het noorden, glooiender, minder spectaculair maar ook deze streek heeft zijn charmes en we genieten weer volop. We steken een keer een baai over met een veerboot, deze is gratis, wordt blijkbaar gezien als een soort verlenging van de openbare weg. Je merkt aan alles dat het bewoonder en welvarender is dan ten noorden van Stockholm. Zelfs de wegen zijn beter en zodra er maar een bobbel in de weg zit, staat er een bordje bij.

Voor onze camperplek hebben we een paar wensen; elektriciteit, wifi en een tv in de buurt om Nederland tegen Costa Rica te zien spelen. Uiteindelijk na heel veel rondtoeren, ‘uitverkochte’ plekken en volle campings zonder tv, belanden we in Soderkoping op een groot braakliggend terrein zonder een enkele voorziening. Jos heeft ondertussen wel een pizzeria gevonden met tv, dus zitten we om 6 uur met toeters en vlaggen voor de buis. Haha  Nederland moet pas om 10 uur spelen, wat een afknapper. En als het nou een gezellige setting was geweest (zoals gisteravond), hadden we wel naar België-Argentinië willen kijken. Maar met z’n tweetjes in een dooie pizzahut is niet echt je van het. We krijgen middenin de nacht een smsje van Leon met de uitslag, gelukkig hebben ‘we’ wel gewonnen….

Zondag 6 juli

Mijn darmen zijn weer redelijk ok, ik ben alleen nog doodmoe. Maar een goede nachtrust doet wonderen dus we zijn vanmorgen Soderkoping in geweest. Het is één van de oudste steden van Zweden en in de Middeleeuwen behoorde het ook tot de machtigste steden. Maar zoals met meer steden die hun macht voor een groot deel ontlenen aan het hebben van een haven, zodra de schepen te groot worden voor hun watergebied, vervalt ook de macht. Pas wanneer het Gotakanaal wordt gegraven en ook door Soderkoping komt, komt de stad ook weer meer tot leven.  Het is een leuk stadje, er is weinig middeleeuws meer over, maar nog steeds met een oude kern uit de 18de en 19de eeuw.

Het is alleen behoorlijk ingedut , zeker op zondagmorgen. Maar als we naar het Gotakanaal lopen blijkt het helemaal niet ingedut, hier wordt geleefd. Er is een jachthaven en er zijn allemaal terrasjes aan het kanaal.

Wat een contrast en met een te korte wandeling zou je er zomaar aan voorbij kunnen lopen.

Aan het begin van de middag vertrekken we en rijden weer over Zweedse landwegen. Heuvelachtig, rotsig, veel verschillende graansoorten, hier en daar een veld grote bonen en af en toe koeien of schapen. En uiteraard ook bos want wat zou een Zweed zijn zonder bos?! We rijden eerst richting kust en buigen dan af naar het zuiden. Onze eerstvolgende stop is Valdermarsvik, een leuk stadje met een haventje dat in open verbinding met de Oostzee staat. Als we een rondje lopen zien we aan de andere kant van de jachthaven campers staan. Er blijkt in de haven een camperplek te zijn, met elektriciteit. En dat allemaal voor niks, wat wil een Hollander nog meer. Ondanks het korte ritje besluiten we om te blijven, halen de camper en installeren ons. Doen alles aan het stroom wat nodig opgeladen moet worden en gaan genieten van het zonnetje. Want het is nog steeds fantastisch weer.

Ik zit dus nu heerlijk in het zonnetje het verslag bij te werken. Het enige dat we nog missen is internet. Dat is elke keer weer zoeken. Meestal komen we wel een cafeetje tegen waar wifi is maar dan wel op zo’n niveau dat het nog wel lukt om met de mobiel berichtjes op facebook te zetten en even de mail te lezen, maar de website bijwerken is van een andere orde. Dus dat gaat tot nu toe met horten en stoten en het lijkt wel alsof de Mac zich ook aan het terugtrekken is, niet dat we zin hebben in hun hamburgers maar hun kopje koffie met gratis wifi is wel  heel aangenaam.

De jachthaven stroomt langzaam vol met campers, ook een Nederlands stel. En als zij haar hoofd om de camper steekt, denk ik even dat Nel (van Dik) is gearriveerd. Ze lijkt er niet alleen op, ze praat net zoveel en met hetzelfde accent. Wie weet heeft ze nog een verborgen zus…. Het lukt haar om van een Zweeds stel een sleutel te krijgen voor de doucheruimte en dus gaan we ’s avonds achterelkaar douchen, wat een genot na al die warmte en het zweten. De volgende dag merken we hoe bijzonder die sleutel is want er valt niet te achterhalen waar die vandaan komt en hoe wij er aan zouden kunnen komen.

En omdat we weer stroom hebben is vanavond de bios weer open…. We zijn begonnen aan ‘Morden’, heel toepasselijk een Zweedse detective.

Maandag 7 juli

Vandaag is een rustdag (alsof we de rest van de vakantie moesten werken trouwens). Voor het eerst doen we aan een Zweeds ontbijt, kaneelbroodjes met koffie. Lekker buiten in het zonnetje met uitzicht op het water. We zetten de camper nog dichter bij het water zodat er niet een grote voor onze neus kan gaan staan en ons uitzicht wegneemt.

Na wat lees- en schrijf’werk’ gaan we het stadje in. Het is niet groot maar wel leuk om even door heen te wandelen. In een oude leerfabriek zit nu oa de Kunsthal, Ze hebben op dit moment een tentoonstelling over een plaatselijke beroemdheid, een voetballer die in dezelfde tijd als Faas Wilkers naar Italië ging. In het dorp bemachtigen we bij de plaatselijke Rode Kruiswinkel eindelijk een ouderwetse vleesmolen.

Die wil Leon graag hebben om zelf hamburgers te maken. Die van ons hebben we ooit weggegooid want wat moet je met zo’n ding. Nu loop je de verschillende tweedehandswinkels (Loppis) af om er één te vinden.

Dinsdag 8 juli

En dan komt de dag die toch echt moet komen….. Oftewel we moeten nu echt aan de thuisreis gaan denken. We willen nog een klein stukje via de Oostzeekust naar het zuiden afzakken en dan oversteken naar de westkust. De veerboot vertrekt vrijdagmorgen om 8 uur uit Varberg. Onze planning is om dan vanuit Grenaa nog dezelfde dag door te rijden naar Zutphen.

Het is heerlijk weer en we rijden weer over ’s Heerenwegen, die zijn niet zo goed geoutilleerd als de rijkswegen maar wel veel mooier. Ons doel is Vastervik, een oud havenstadje aan een baai, het laatste stuk van de rit gaat ook langs die baai. Het is een leuk plaatsje maar de idyllische haven met de dagelijkse vismarkt is veranderd in een toeristisch hoogstandje met kraampjes die je overal in Europa tegenkomt. Jammer maar ook hier heeft de vooruitgang toegeslagen.

Omdat we er nog geen genoeg van krijgen en vinden dat we de tijd aan onszelf hebben, blijven we nog even van de doorgaande wegen af en zoeken nog even de witte wegen op de kaart op. Onderweg lozen we nog eenmaal het water en de toilet (dankzij een aardige campingbaas mogen we dat gratis bij hem doen) en zoeken dan aan het eind van de dag een plekje in het wild (in de buurt van Lammhult).

Woensdag 9 juli

Onze planning voor vandaag is wat gerichter; we willen naar een stad waar een kroeg o.i.d. is waar we vanavond Nederland tegen Argentinië kunnen kijken en waar we een camperplek middenin de stad kunnen vinden. Als we dan al lallend van de wedstrijd terugkomen moeten we gelijk in ons bedje kunnen duiken.  Vaxjo ligt mooi op de route naar Varberg, is ook nog een beetje een stad en heeft een camperplek aan de rand van het centrum. De camperplek is op een mix-parking, niets bijzonders, maar voldoet wel aan de eisen die wij hebben.  Voordat we de stad ingaan kijk ik nog even op mijn mobiel en zie dat ik een berichtje heb. Dit keer niet van de visa dat we geld hebben uitgegeven maar van de Stenaline; onze boot is uitgevallen en of we maar even willen bellen. Shittt… daar gaat onze planning. De lijn Varberg-Grenaa ligt er helemaal uit en ze kunnen ons alleen nog Gotenburg-Frederikshaven aanbieden. Maar dat betekent nog meer rijden na de oversteek en omdat Jos toch echt maandag moet beginnen, vinden we het wel een beetje krap worden. Tenslotte wil ik niet in mijn eentje de camper uitpakken en schoonmaken. Dus we annuleren de hele boottrip met de Stenaline en gaan of met de bruggen of nemen de route Helsingborg-Helsingor en Rodby-Puttgarden. We hebben nog ‘even’ om dat definitief te beslissen.

Eindelijk kunnen we de stad in. Het is niet zo groot maar wel een gezellig stadje. Terwijl ik bij de Mac e.e.a. uitzoek over de veerboten gaat Jos op zoek naar een tv.  De tv is gevonden en Jos heeft een plekje voor vanavond gereserveerd. Dus dat wordt weer toeters en bellen en petjes opzoeken….


 

We eten een hapje in de camper en gaan dan terug naar de stad, eigenlijk willen we ergens koffie drinken met iets lekkers ofzo. Maar zoals op heel veel plekken in het buitenland, de avond is om te eten en eventueel na afloop koffie maar ergens alleen koffiedrinken of een ijsje eten is er niet bij. Dus lopen we maar richting sportbar waar Jos een plekje heeft gereserveerd. Wat blijkt, ’s avonds is het een restaurant en worden we geacht een hapje te eten. Mijn hemel daar zaten we niet echt op te wachten. Daar komt bij dat het voetbalkijken in een restaurant lang zo gezellig niet is als in een kroeg, de meeste mensen zijn met hun eten bezig en kijken met één oog televisie. En dan ook nog eens een keer allemaal naar je eigen televisie.

Ik heb in het begin elke de neiging om Jos te wijzen op een mooie actie maar hij heeft het ook gezien, alleen op een tv achter mij. Zo krijg je niet echt een groepsgevoel. En dan verliezen we ook nog, alhoewel dat niet zo schijnt te zijn want ‘we’ zijn de enige ploeg die zonder te verliezen het toernooi afsluit. Ik vind dat wel een mooie draai geven aan het missen van strafschoppen, gewoon zeggen dat je dan niet verloren hebt! Nou volgens mij hadden we dan in de finale moeten staan. Maar goed, wij druipen af en gaan lekker ons bedje opzoeken.

Donderdag 10 juli

Aan het begin van onze reis schreef ik al dat ik het eigenlijk niet zo prettig vind om met een veerboot te gaan die maar 2x per dag gaat en van te voren moet worden gereserveerd. Het uitvallen van die boot op de terugweg is dus eigenlijk een geluk bij een ongeluk….. We besluiten om de veerboten via Helsingborg te nemen, die gaan af en aan en qua kilometers is het ook het kortst. En een andere bijkomstigheid, het is ook de route van de trein dus leuk om het nu vanuit de auto mee te maken. Voordat we de boot opgaan gaan we Helsingborg nog in, een mooie, echte havenstad.

Gezellig om doorheen te wandelen en om onze laatste Zweedse chocoladetaart te eten. Aan de overkant in Denemarken doen we hetzelfde in Helsingor.

Een stuk kleiner maar eigenlijk nog leuker dan Helsingborg, smalle straatjes, leuke winkeltjes. E een mooi cultureel centrum voor een deel in een oud havengebouw gevestigd met een stevige dokwerker voor de deur! En voor mensen in nood geen comdoomautomaat maar een overlevingspakketje voor de 'gebruikers' onder ons!  

En heel veel drankwinkels!

Het is al sinds mensenheugenis de drankwinkel van de Zweden, even snel naar de overkant hoppen, inslaan en dan weer terug naar huis.

Aan het eind van de middag zetten we koers richting Rodby, voorlopig nog op de provinciale wegen, dat schiet niet echt op maar is wel leuk. Zo zien we nog wat Deense stadjes. Onder andere Roskilde. Het muziekfestival is al geweest maar er is dit weekend blijkbaar iets met oldtimers en motoren want overal waar je kijkt kom je die tegen. Het ziet er heel gezellig uit maar we willen niet blijven want dan moeten we morgen alsnog heel erg doorknallen. In Rodby kunnen we zo de boot oprijden. Voor ons staat een busje met Bulgaren, volgepakt, op de boot blijkt ook met mensen. Ik heb even het idee dat het een truc is maar er zitten er echt veel in. Niet alleen bepakt en bezakt met bagage maar ook met mensen. De chauffeur vraagt of wij een sigaret hebben maar we roken niet… verder valt er niet te praten. Hij spreekt geen woord buiten de deur, maar ze zijn wel met z’n allen in Noorwegen geweest. Petje af! We wisselen onze laatste Noorse, Zweedse en Deense kronen en gaan voor een laatste keer aan dek. Het is nog steeds heerlijk weer en ook al is het 10 uur ’s avonds, je kunt nog steeds in T-shirt aan dek.

De zon gaat onder, de maan komt op een mooier, weemoediger afscheid van Scandinavië is niet denkbaar. 


Om het vakantiegevoel nog even vast te houden rijden we naar Lubeck daar kun je ook randje centrum staan. Het is al wel laat maar we gaan nog even de stad in, even een terrasje pikken. Maar ook voor Duitsers is het al laat, na één drankje sluiten ze en wij gaan maar weer terug naar de camper.

Vrijdag 11 juli

We zijn wat eerder in Duitsland dan dat we van tevoren gepland hadden dus maken we er nog een beetje een vakantiedag van. Jos wil nog steeds een keer Bremen zien dus daar rijden we heen. Na wat omzwervingen om het centrum vinden we een plekje voor de camper, randje binnenstad. Wat een leuke stad. Ondanks de bombardementen in 1945 zijn er nog gebouwen overeind blijven staan en zelfs nog een wijkje met smalle straten is in originele staat. We hebben er heerlijk een paar uurtjes rondgewandeld.


Dan is het echt tijd om de snelweg op te draaien en naar huis te gaan.

 

 

 



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 



Maak jouw eigen website met JouwWeb